‘Ik zie mezelf niet als hartpatiënt’
[dropcap]E[/dropcap]nkele weken geleden schreef ik een blog over lotgenoten. Het stuk zette Vriend en mij aan het denken. Waarom heeft hij geen behoefte aan contact met andere hartpatiënten?
Vanaf het allereerste moment werd in het ziekenhuis al geopperd contact te zoeken met andere mensen die een hartaanval hebben gehad, maar Vriend vond dat niet nodig. Sowieso zagen we bij voorlichtingsbijeenkomsten al snel dat er weinig mensen van onze leeftijd in de zaal zaten.
Praatje
Ook bij het revalideren kwam hij weinig dertigers tegen. Hij maakte een praatje met de anderen, maar daar bleef het bij. “Heb je iemand ontmoet bij wie je je verhaal kwijt kan?” vroeg ik nog in het begin. Maar Vriend liet al snel weten dat hij dat helemaal niet nodig vond.
En dat is dus nog steeds zo. “Vind je het niet erg dat ik wel lid ben van een lotgenotengroep?” vroeg ik naar aanleiding van mijn blog. “Nee natuurlijk niet, ik snap het wel. Het is toch goed om te lezen hoe anderen met bepaalde dingen omgaan.”
Geen ziekte
“Maar voor mij hoeft het niet. Ik weet niet … Het klinkt misschien gek, maar ik voel me geen lotgenoot. Ik zie mezelf niet als hartpatiënt.”
Aha.
“De term hartpatiënt is zo algemeen. Ik heb geen ziekte, ik mankeer alleen wat aan mijn hart. Nee, eigenlijk mankeer ik niks. Mijn hart doet het alleen maar voor de helft.”
Struisvogelpolitiek
Wow. Ik ging er niet verder op in omdat ik het luchtig wilde houden. Maar van binnen nam mijn bewondering voor hem toe. Iedere dag wordt hij geconfronteerd met de gevolgen van zijn infarct, iedere dag wordt hij met zijn neus op de feiten gedrukt.
Maar hij voelt zich geen hartpatiënt.
Misschien zien anderen zijn manier van denken als struisvogelpolitiek, maar wij weten maar al te goed dat hij zijn kop niet in het zand steekt. Het is gewoon zoals het is.