Eindelijk naar huis!

[dropcap]V[/dropcap]riend moest een aantal dingen kunnen voordat hij naar huis mocht. Het traplopen ging beter, binnen maakte hij al steeds meer meters, maar buiten wandelen was volgens de verpleging toch echt een ander verhaal.

Rolstoel

Samen met een verpleegster, de fysiotherapeut en een andere hartpatiënt maar zonder telemetrie ging Vriend in zijn laatste weekend als ziekenhuispatiënt richting de nachtuitgang. De eerste wandeling in de buitenlucht na zijn hartaanval.

De rolstoel ging voor de zekerheid mee. Vriend wilde er absoluut geen gebruik van maken. Hij zou laten zien dat hij genoeg energie had om het hele stuk te lopen.

Zuurstof

“Hè hè, zuurstof”, zei hij opgelucht toen hij buitenkwam. Het was een tijd geleden dat hij in de frisse decemberlucht had gestaan. De verpleegster vroeg of hij draaierig werd. “Nee hoor, maar dat kan me ook niet schelen. Wat lekker zeg!”

Tussen de verpleging in liepen de twee langzaam heen en weer op de stoep. De ander maakte een praatje met Vriend en vroeg wat hem was overkomen. De oudere man schrok van zijn verhaal. Hij had ook een hartinfarct gehad, maar was er op tijd bij geweest. “Ben je hier al meer dan een week!? Morgen is het mijn vierde dag en dan ga ik naar huis.”

Riedeltje

Het was het bekende riedeltje waar we al bijna gewend aan raakten. Deze meneer zou naar huis gaan met een gewaarschuwd hart dat nog steeds volledig zijn werk deed.

Virus

Na de wandeling liepen we weer terug. Op de afdeling raakten we de balustrades niet aan. Want er was nog een spannende factor die zomaar ervoor kon zorgen dat Vriend toch niet naar huis kon. De laatste paar dagen was er een virus uitgebroken.

Deuren van kamers waren volgeplakt met waarschuwingen. Zowel links als rechts van de kamer van Vriend werden bezoekers gewaarschuwd dat ze alleen met een mondkapje op en handschoenen aan naar binnen mochten. Vriend was omsingeld en kneep ‘m een beetje.

“Het gaat me toch niet gebeuren dat ik straks ook dat virus krijg?!?!” Dus maakten we onze handen voortdurend schoon met desinfecterende middeltjes en raakten we de deurkruk aan met onze hand verstopt in de mouw. De deur, die vaak openstond, hielden we nu angstvallig dicht.

We zouden maandag naar huis gaan. No matter what. Het virus zou Vriend niet te pakken krijgen.

Revalidatie

Ondertussen spraken we met de verpleging en cardiologen over het leven na het ziekenhuis. Vriend moest zo’n twee á drie maanden uittrekken voor revalidatie. Ook zou hij in februari een onderzoek krijgen. Daaruit zou dan blijken of zijn pompkracht vooruit was gegaan.

Verder moesten we thuis rekenen op een ‘overgangsfase’ die de nodige onzekerheid met zich kon meebrengen. “Jullie gaan pieken en dalen meemaken.”

Smiley

Na elf dagen was het zover. Op 15 december haalden we de kaarten van het prikbord, lieten de punaises achter in de vorm van een smiley en gooiden de mini-kerstboom die zijn kamer wat gezelligheid had gebracht, weg. Die zat vast vol met het vieze virus.

Neus op de feiten

Samen dachten we even naar buiten te wandelen en lekker snel naar huis te gaan. Maar op weg naar de auto werden we gelijk met onze neus op de feiten gedrukt. Zo stoer als Vriend zaterdag nog had gelopen, zo zwaar was het nu om het ziekenhuis uit te komen.

Met langzame passen en hier en daar een pauze, bereikten we scheldend en met tranen in onze ogen de parkeerplaats. “Pieken en dalen schat, nu snel naar huis. Dat is weer een piek!”

Hartstukjes, geschreven door CillaHartstukjes wordt geschreven door Cilla, getrouwd met een hartpatiënt, tekstschrijver, (eind)redacteur, blogger en eigenaar van HoofdletterC. Ze is gek op dieren, eet ze dan ook niet en verwent haar twee katten.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial