Cola en saucijzenbroodjes

[dropcap]N[/dropcap]a negen dagen mochten Vriend en ik eindelijk eens gezellig een drankje drinken in het restaurant. Hij was daar de vorige dag met de fysiotherapeut geweest voor een groot rondje, maar nu verlieten we met z’n tweeën de afdeling.

Fietsen

De telemetrie werd uitgeschakeld en daar gingen we. Op pad zonder dat zijn hart in de gaten werd gehouden. Het voelde als de eerste keer fietsen terwijl mijn vader de fiets losliet en mij vol verwachting aanmoedigde. Alleen keek ik dit keer zo naar Vriend. “Kom op, daar gaan we, je kan het.”

Nog maar een paar dagen geleden waren we blij met een klein rondje met stops en nu gingen we heel normaal naar een ander deel van het ziekenhuis. Wat ging dat snel!

‘Pak me dan’

Hij juichte toen hij onder het bordje ‘einde telemetrie’ doorliep. Nu konden we samen over de ‘scheidingslijn’ waar hij al die keren dat hij mij of anderen gedag zei, niet overheen mocht. Leuk voor flauwe grapjes in de trant van “pak me dan”, maar toch ook irritant.

In de lift keken we elkaar via de spiegel aan. Daar stond hij in zijn trainingsbroek, vrolijk en zich afvragend wat hij eens zou gaan drinken. Eten wist hij nog niet. We hadden net een goed gesprek gehad met een diëtist. Zoutloos eten hoefde niet, maar wel op zout letten.

Cola

Hij nam een flesje cola. Dat mag, ook al zit er cafeïne in. Koffie, met mate, is ook prima, maar energiedrankjes laat Vriend sinds zijn hartaanval staan. “Jeetje, wat is dat lekker”, zei hij genietend van zijn eerste slok.

We keken naar de mensen die voorbij kwamen. Naar bezoekers die zonder nadenken snel doorliepen, verpleegkundigen die lachend pauze vierden, andere patiënten die moeizaam vooruit kwamen en een verloren ballon hoog in de lucht.

Saucijzenbroodje

“Kijk nou! Die man eet een saucijzenbroodje zonder erbij na te denken! Hij geniet er niet eens van!”, knikte Vriend richting een man op het terras. Mijn kersverse hartpatiënt keek verontwaardigd terwijl er nog net geen kwijl uit zijn mond liep.

“Hij moest eens weten hoeveel zout erin zit. Maar oh, wat lekker. Dat zou ik ook wel willen, maar laten we dat maar even niet doen.”

Verlekkerd volgde hij iedere hap. “Voorheen stopte jij ook maar alles gedachteloos in je mond. Nu weet je hoe ik me voel als ik weer eens aan het lijnen ben. Overal lekkere dingen zien die je dan van jezelf niet mag.”

Vriend zuchtte. “Verschrikkelijk. Ik zou bijna tegen hem willen zeggen dat hij er maar extra van moet genieten.” Ik zei tegen hem dat hij vast over een paar maanden heus wel een keer een saucijzenbroodje zou eten.

Strikt

Voorlopig zouden we heel strikt op de hoeveelheid zout in eten letten vanwege een belangrijke scan over een paar maanden. Een saucijzenbroodje was dus voor nu een absolute no-go. “Ik drink toch ook maar niet al die cola op. Neem ik gewoon straks op mijn kamer nog een beetje.”

In mijn notitieboekje noteerde ik ‘Restaurant! Samen!’. Weer een mijlpaal. Morgen stond een rondje buiten op het programma. En geen hartbewaking meer. Nog even en hij was weer thuis.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial