Eindelijk naar huis!
Vriend moest een aantal dingen kunnen voordat hij naar huis mocht. Traplopen ging steeds beter, maar een wandeling in de buitenlucht was ook een van de eisen.
Stukjes uit het hart, over het hart
Vriend moest een aantal dingen kunnen voordat hij naar huis mocht. Traplopen ging steeds beter, maar een wandeling in de buitenlucht was ook een van de eisen.
Na negen dagen mochten Vriend en ik eindelijk eens gezellig een drankje drinken in het restaurant. Hij was daar de vorige dag met de fysiotherapeut geweest voor een groot rondje, maar nu verlieten we met z’n tweeën de afdeling.
In het ziekenhuis probeerde ik iedere keer zo positief mogelijk te doen. Zat ik in de auto nog te huilen, zodra ik de drempel overstapte deed ik mijn vrolijke masker op. Ik wilde niet dat Vriend zou merken hoeveel verdriet ik die eerste dagen na zijn hartaanval had.
“Het is gewoon domme pech. Je hebt geluk dat je het hebt overleefd.” BAM! “Het is lullig”, ging een van de cardiologen verder. “Je hebt supermooie kransslagaders. Maar een stukje plaque is de boosdoener. Er is nauwelijks sprake van aderverkalking. Dit gebeurt bijna nooit.”
De verhuizing naar de afdeling Cardiologie betekende in de praktijk dat mijn Vriend helemaal niet alle vrijheid had om overal te lopen. Daar maakten we namelijk kennis met telemetrie.