‘Je had toch dood kunnen zijn?’

Neefjes hart

[dropcap]”J[/dropcap]e had toch dood kunnen zijn?” Een vraag tijdens het ontbijt van een van de neefjes van acht jaar. “Want je hebt een hartaanval gehad”, gaat de kleine wijsneus verder.

Goedemorgen. We wisselen snel een blik uit. Waar komt dit nou opeens vandaan? “Mag ik de hagelslag?” vraagt neefje tussendoor. “Bij een hartaanval doet je hart het niet meer goed, toch?” Zijn broer kijkt hem aandachtig aan en wacht op wat wij gaan zeggen.

Verdrietig

We ontwijken het onderwerp niet en beantwoorden, voor de zoveelste keer, zijn vragen. Hij blijft maar nieuwsgierig naar het hart van Vriend. Maar het andere neefje wil het er niet over hebben. “Daar worden we allemaal verdrietig van.” En voor we het weten praten we over alle dingen die we nog tijdens dit logeerpartijtje gaan doen.

Brok in de keel

Toen Vriend net zijn hartaanval had gehad, wist het nieuwsgierige neefje hem tranen in zijn ogen te bezorgen. Met kerst, bijna drie weken na de infarct, zagen ze hem voor het eerst weer. “Je was bijna dood hè”, zei hij terwijl hij bij zijn oom op schoot zat.

“Ja, maar gelukkig ben ik er nog”, wist Vriend nog net uit te brengen. Het neefje gleed van zijn benen en rende weg naar de keuken waar oma iets lekkers aan het klaarmaken was.

“Gaat het? Die had ik ook niet zien aankomen”, fluisterde ik tegen Vriend. “Bizar hè. Met iedereen kan ik erover praten en word ik niet emotioneel. Zegt die kleine wat, heb ik opeens een brok in mijn keel!”

Littekens

Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder, hebben we voor ons gevoel alle vragen al beantwoord, maar de jongens zijn er duidelijk nog steeds op de gekste momenten mee bezig.

Terwijl Vriend zich aankleedt, kijkt de tweeling naar zijn littekens. Die hebben ze al zo vaak gezien. In het begin noemden we de grote het ‘piratenlitteken’. Dat vonden ze wel stoer.

Maar nu was het toch weer tijd om iets te weten te komen. “Waarom heb je er twee? Je hebt toch maar één kastje bij je hart?” Vriend tilt zijn arm op en laat het grote litteken opnieuw zien.

“Hieronder zit het kastje. En daar”, hij wijst over zijn zij naar het midden van zijn borstkas, “loopt een draadje om mijn hart heen. Dat draadje moest er wel goed in, dus daarom heb ik daar ook een litteken. Maar die is veel kleiner.”

Voelen

Ze bekijken aandachtig zijn lichaam. “Wil je het kastje weer voelen? Doe maar”, zeg ik. Vriend bukt en ons neefje aait voorzichtig over zijn huid en betast de ICD. “Ohja, het is inderdaad wat harder daar”, zegt hij terwijl hij zich omdraait om op het bed te springen. “Ik wil ook! Ik wil ook!”, roept zijn broer. Hij rent op Vriend af en raakt de littekens aan.

“Maar ga je zonder dat kastje dood?” “Nou, dat kastje is niet voortdurend aan. Het gaat alleen aan als mijn hart opeens gek zou doen. Het zorgt er dan inderdaad voor dat ik blijf leven. Maar mijn hart doet niets geks meer hoor”, zegt Vriend terwijl hij de kleine man een kus geeft en op het bed gooit.

Hartstukjes, geschreven door CillaHartstukjes wordt geschreven door Cilla, getrouwd met een hartpatiënt, tekstschrijver, (eind)redacteur, blogger en eigenaar van HoofdletterC. Ze is gek op dieren, eet ze dan ook niet en verwent haar twee katten.

Dit vind je misschien ook leuk...

4 reacties

  1. Marion schreef:

    Sinds de hartaanval van mijn man, nu twee weken gelden lees ik jouw stukjes. Ik herken er veel in. Ik zal dan ook zeker af en toe een kijkje nemen op je blog.

  2. Letitia schreef:

    Kan me de nieuwsgierigheid van kinderen goed inbeelden en ook dat je daar een brok van krijgt in je keel. Het is en blijft ook iets heel heftigs natuurlijk!

    • Hartstukjes schreef:

      Dat klopt Letitia. Het heeft duidelijk indruk op ze gemaakt toen ze nog maar zes jaar waren. Ik vind het wel mooi dat ze er soms opeens weer mee bezig kunnen zijn. En wij zullen altijd alle vragen beantwoorden. Ook al is het voor de zoveelste keer 😉

Laat een antwoord achter aan Letitia Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial